De Vlaamse Eutonie School (VES) verenigt in haar pedagogie verworvenheden van drie eutonierichtingen: de benadering van Gerda Alexander (Denemarken), die van Hanne Lore Scharing (Duitsland) en invloeden van Dr. Glaser (Duitsland) zie theresewindels.org
Gedeponeerd merk Eutonieves®
Deze inspiratiebronnen vertalen zich o.a. in:
√ streven naar het ervaren van moeiteloosheid en lichtheid van beweging (Gerda Alexander)
√ zelfzorg voor de eigen lichaamshouding (‘posturale herordening’, H. L. Scharing – RAB)
√ de creatieve vormgeving van de eigen doorvoelde beweging (Gerda Alexander)
√ aandacht voor nawerking en innerlijkheid tot op diepere lagen (H. L. Scharing – RAB)
√ soepelheid onderhouden door middel van een houdings- en bewegingsreeks (Dr. Glaser).
∼ De VES integreert in haar werkwijze ook de wetmatigheden van de spierkettingen zoals die onderzocht en in kaart zijn gebracht door het ‘Instituut van de spierkettingen en technieken volgens Godelieve Denys-Struyf’ (ICTGDS Brussel, ictgds.org).
√ Zo wordt bijv. in een beginfase door het liggen op de grond de antigravitatiespierketting PA uitgeschakeld. Spanningsescalaties worden hierdoor efficiënter afgebouwd.
√ In het verdere verloop wordt dan steeds ‘intentioneel’ gewerkt in de richting van de ‘vaste punten van de spierkettingen’.
∼ De VES besteedt ook aandacht aan de tonisch-emotionele samenhang en onbewuste repetitieve patronen (Dr. J. Lerminiaux, sfp-asbl.com), neurowetenschappen met Dr. Lieven Ostyn.
Hierop steunend vormen de acht grondbeginselen van de eutonie de leidraad doorheen heel het didactische en persoonlijke diepteleerproces:
- Bewust aanraken = ‘wat ik aanraak, raakt ook mij’ (touching). De huid wordt, als omhulling en grens, gewekt in haar tweezijdige gevoeligheid: tastzin en zelfgevoel.
- Contact aangaan: de voortdurende wisselwerking tussen lichaam en omgeving wordt met aandacht beleefd.
Deze eerste twee beginselen blijven steeds aan alle volgende voorafgaan
- Omgaan met weerstand (een nieuwe weg om met spanning en pijn om te gaan).
- Zich verlengen (de intentie van zich voelend uit te breiden naar en in de ruimte).
- Zich afduwen (tegen een weerstand, o.a. de grond) en transport bespelen.
- Zich eutoon bewegen.
- Zich van het eigen skelet bewust worden.
- Inwendige ruimte beleven.
In dit proces krijgen vier aspecten alle prioriteit:
- Het grondcontact. Dit betekent een aandachtig gewaarworden van een permanent draag- en steunvlak. Omdat de mens onderhevig is aan de zwaartekracht, is dit een constant gegeven in alle houdingen en handelingen.
- Het globaliteitsgevoel. Dit is het eenheidsgevoel van het hele lichaam ontwikkelen in zijn samenhang en gelaagdheid van huid tot bot.
- Het leren afvoeren van lokale spanning én dus ook van pijn, hetgeen een nieuw licht werpt op eigen comfort en zelfzorg.
- Het transportfenomeen. Dit is ontdekken hoe afduwkracht zich vanuit de voeten doorheen het skelet kruinwaarts transporteert en de basis wordt voor moeiteloze oprichting en economisch krachtgebruik.